Partylife

Ik hoorde in mijn rechteroor een diepe zucht die werd uitgeblazen. Ik keek op en zag een paar getergde ogen. ‘Nog drie jaar, dan ga ik studeren en dan begint mijn partylife', zei ze hunkerend. Ze zag wel dat deze hartenkreet niet echt een schot in de roos was en stelde me gerust met de volgende woorden: ‘oh maar ik ga af en toe wel naar college’. Alsof dat hielp. Dat is hetzelfde als de notoire buiten-de-pot-pisser die op zijn knieën voor je ligt en belooft dat het de laatste keer was. Voorzichtig opperde ik maar dat ze nu toch ook een partylife heeft. Hoe moest ik anders die wekelijkse logeerpartijtjes, bioscoopjes en lunches zien? Nee, studeren moest ik zien als the next level. ‘Studeren’, legde ze fijntjes uit: ‘is vrijheid, in je bed blijven liggen, altijd Netflix en alleen maar feestjes.’ Dat wordt naast een baan en een eigen bedrijf nog iets voor erbij, dacht ik.

 

De Efteling als biechtoord

 

In mijn beleving heeft ze wel degelijk een partylife. En dat kreeg ik zwart-op- wit tijdens een familie-uitje in de Efteling. In de rij voor de Joris en de Draak hoorde ik haar - en het was haar zeker niet ontgaan dat ik slechts 10 centimeter van haar verwijderd stond - tegen mijn schoonzus zeggen dat haar huidige rapport niet voldoende was voor een VWO-advies. En even onder ons: in haar geval is dat echt haalbaar. Zelfs met een leuk leven. Nee, met een bijzonder leuk leven. Ik stond erbij en keek ernaar, als een toeschouwer van een voor mij opgevoerd toneelstuk dat ik niet mocht recenseren. Het enige positieve wat ik zag was haar strategisch inzicht of beter gezegd haar geslepenheid. En dat is toch mooi meegenomen als je erover denkt om advocaat te worden.

 

De mentor als pleister op de wond

 

Een week later mochten we gezellig samen op bezoek bij de mentor. Na wat inleidende small talk kwam ie ter zake. Heel subtiel zei hij tegen mijn dochter: ‘Ik heb nou niet het idee dat jij je over de kop werkt.’ En toen bleef het voor het eerst even stil. 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb